Dappere kreupele

Eerst verbazing, toen meelij, maar uiteindelijk hebben we toch maar gewoon daverend gelachen. Om die rammelende, scheef gezakte veertiger die zich keer op keer met ware doodsverachting in de scrum stortte. En vocht om de bal als een jonge, maar versleten God. Niet zelden werd hij plat gedrukt door massief geblokte beren.

En als de kluwen gedrochten, gemankeerden, bonten en blauwen uit elkaar was gehaald, moest hij als laatste door zijn medespelers omhoog worden getrokken, waarna hij zich met een slepend been terug liet zakken in de eigen gelederen. Om met verbeten trek opnieuw ten aanval te gaan en zich in de vijand te beuken. Op het ritme van de rammelende botten in zijn scheef gezakte geraamte, volgden onze ogen vol ongeloof deze onverbeterlijke zelfmoordenaar.

Tot we last kregen van de slappe lach.

We hadden alle recht van de wereld, want deze recidivist maakte de rugbypartij tot een koddige vertoning, een scherts, een slapstick. Een kromme herniapatiƫnt die van geen ophouden wist tussen beukende boomstammen. We kwamen niet meer bij.

Totdat we ingesloten werden door de supporters van de dappere kreupele. Zij hadden het postuur van de kolossen zoals wij die overal in het veld zagen. Ze duwden hun machtige torso’s tegen onze lijven en vroegen zwijgend: wat had je? Onze lach smoorde in het vet van hun bierbuiken en ergens in de plooien mompelden we gehaast: ja nee, hij speelt geweldig, hoor.

We kwamen er mee weg en waren opgelucht. Waarna we zwijgend het spel uitkeken. Met respect voor de onverdroten cripple en zijn zwijgende kleerkasten aan de zijlijn. 

Geef een reactie